ik benijd je niets
geen bordenvol en geen parkeerboetes
op mijn verjaardag koop ik een kaars
die ik niet aansteek, meer voor de sier
maar ook niet mooi, hij staat daar maar
en ik wil me in haar omhelzing wurmen
hoe iets bestaat als donker
tot je de armen wegtrekt of de muur
of het licht, en in die twijfel
ik benijd je niets maar wel mijn armen
geen prijs, schilfers bladgoud
de blouse op de grond een naam
die ik niet kan onthouden