en de nachten groeien langer naarmate de boombladeren
hun geoxideerd koper laten voor goud, bevallige verhalen
ze lijken hun schijn verloren, ze geven een hees gefluister af
de dag lacht ons niet toe, omdat hij geen mond heeft
geen geroffel geen zang geen balts, de zaken zitten zo:
vandaag is een morgen van wie we het gezicht niet willen zien
en daar die nachten weer, ze groeien langer naarmate