we nemen allemaal neopsychedelica
want we zijn toch zo’n interessante mensen.
we lezen de krant niet, da’s papierverspilling, we rollen elkaar op
in folders van de Morgen in de avond vervagen we
vallen we van derde dimensie naar de tweede
zijn er maar drie basisemoties (blijboosverdrietig) en de letters
vallen uit onze hoofden zoals melktanden uit kleutermonden
en zo komen er steeds meer gaten in ons geheugen
en in onze toetsenborden.
we kennen elkaar, kunstmatig, de ingang van de stimulus
gaat gepaard met het uitdoven van onze inhibitie, we leven
zo weinig nog in onze habitat dat we de nieuwe realiteit thuis noemen,
een comfort-zone waar de zetels doornen hebben en de stoelen
bloedende monden en waar de kasten en onze oren
volgepropt zitten met krantenpapier, de ogen roder
dan de Indische wandtapijten en dikker dan de muren
waar we de zakjes met roze pilletjes over gooien,
communicatie terug naar zijn essentie:
geven, nemen, onderhandelen, chanteren.
het is oke want stripfiguren doen ook dagelijks dezelfde kleren aan
stripfiguren kunnen ook de waas niet weerstaan
stripfiguren zijn ook slachtoffers van een onbekende pen
wij schrijven elkaar analfabetisch en maken groteske karikaturen van onszelf
die op ten duur onmogelijk te onderscheiden zijn: drugsverslaafde, eenzaam kind,
mislukte basgitarist, parttime veganist, genieter der verdriet,
zwerver, zoeker, goddeloze.
en zo plakken we onszelf in de kranten
die we gezworen hadden nooit aan te raken,
we strijken de kreukels en de scheurtels en de heuvels
en de kreupels en de levens en de zwervers en de
kersverse perversen en de plooien en de pooiers
en de primadonna’s en de deus-ex-machina’s en de
inktvlekken en koffievlekken en moedervlekken glad
en we gommen alles uit dat niet buiten de lijntjes past.