Zes gedichten over cowboys, dreamers en vervreemding in LA

26

In mijn koffer zit een geruisloos dier

Arjan Cuppen

In mijn koffer zit een geruisloos dier

de douanier vraagt leeftijd
lengte en gewicht en ik
laat mijn stem in scherven achter

aan iedereen die mij ziet:
bang is een ander woord
ik neem wat voor me ligt
de poederlaag is uitgehard

palmbomen buigen mijn kant op
waar mijn neus het glas raakt
ontstaat een ontsnappingsroute
terwijl ze mij hier welkom heten

aansporen weer naar huis te gaan