scoutingjongens in beige hemden stampten hard
met bottines in droge modder, zo wek je wormen op
trap je hard dobbert rozig leven uit een bruine hemel
in plassen, de kopjes spatten bloedrood onder je voetzolen open
lauwe lijkjes uit je broekzak leg je met oranje penen
in een net linker-enkellaarsje, de sint kwam niet en wil geen offers,
maanden later schraap je slappe plakkerige draden van je wreef af
je werd een meisje met gebruikshandleiding, jij
rent in steden van metrorooster naar metrorooster
ook nu dendert het onder je
bomvol beloften zit de grond
speelplein van stoepkrijt, toekomst en tramsporen
je stampt rioolputdeksels stuk
later stop je in je stadsmoestuin, paradijs van kersttomaten,
prinsessenbonen en compost, kleingeld in vochtige grond
de wormen zijn al lang weg