onze fietsen trekken ons de brug over
de maat is terug gedanst, jassen uit de kluisjes
gehaald en we hebben ons afgevraagd of we moe zijn
of hoe valt anders te verklaren dat er nauwelijks beweging
in deze nacht zit? we hangen als gestreken overhemden
over onze sturen, vegen loom de laatste kreukels
uit de kortste omweg naar huis. er moet linksaf geslagen worden
en een hand uitgestoken maar alle richtingen
botsen we per ongeluk tegenop in de gangen van het feest en
zijn we even snel weer vergeten. een dwaallicht hangt
als een waaier in de lucht, roept de wind tot halt
ter voorbereiding op het punt waarop we stilvallen –
er komt een punt en dat punt is nu