ik lees mijn diepkatholieke babysitkind johannes voor

elke week twee keer: jezus maakt wijn van water

johannes wurgt zijn pluchen profeet petrus stuk

met mijn duim veeg ik een kruisje op zijn voorhoofd

trek een spikkel ketchup van zijn nekvel

we biechten in de kast zonder bodem

confession booth vol onderhemdjes

dat hij op sweet sixteens wil drinken en meisjes

van zich zal weren als pups met de tong los

tussen fuschia gestifte lippen

mag dat

pa rukt de kromme sequoia’s elke winter los

waar ze wortelrot in de compostgrond stonden

johannes gaf wat tussen hem en ma in hing te veel water

nu rot het, kan dat

tussen iemand wijs maken of iemand iets wijs maken

staat een lijdend voorwerp in,

is dat dan ik of het kind