Ik heb de stapel brieven van deze maand weggewerkt. Papieren brieven, en ik heb ook aangegeven dat het via de mail kan. Ik heb daarna mijn mail weggewerkt. Dat waren er tweehonderd. Ik heb ook tig keer de spelling gecheckt voordat ik antwoord gaf.
Ik heb mijn afval gescheiden. Ik heb de dode blaadjes van mijn planten weggeknipt. Ik heb mijn oude kleren weggedaan. Ik heb mijn social media weer eens geopend. Ik heb sorry gezegd, ik heb hallo gezegd. Ik heb de posts van mijn online vrienden geliked. Ik heb op Linked-In aangegeven dat ik ook iets kan, en nog meer kan.
Ik heb gesolliciteerd. Op twee manieren. Bij de eerste manier solliciteer ik op wat ik wil en bij de tweede gaat het om geld. Ik heb aangegeven dat ik geld zal verdienen, dat ik dat al doe. Dat zei ik toen ik eindelijk weer eens met mijn familie ging praten. Met ze allen tegelijk. Ik heb een groepsapp aangemaakt, om ze te vertellen dat ik het zal halen. Dat ze zich geen zorgen hoeven te maken.
Ik heb ook een afspraak met mijn huisarts gemaakt.
Ik stelde haar te veel vragen. Want waar het op neer kwam was dat ik me afvroeg wat ik moet doen om weer normaal te mogen ademhalen. Dat gaat lastig deze dagen. Zeker wanneer ik het rijtje afga.
Zeker wanneer ik slapen ga, dan wacht mijn lichaam nog altijd op concrete instructies over hoe ik in de nacht in leven blijf. Hoe ik ook in het donker door kan gaan met ademhalen. Wanneer ik niet denk, wegzak in het dromen, dan pompt mijn hart door niets anders dan mijn onbewuste. Maar dat wil niet altijd zo lekker lukken.
Ik heb dat uitgelegd aan de dokter.
Ik probeerde dat uit te leggen aan mijn huisgenoten, nadat ik mijn excuses aanbood voor het verstoren van de nacht. Ik heb mijn vuisten gebald en tegen de muren geslagen. Ik heb heel hard geschreeuwd totdat mijn keel opengesneden voelde. Ik heb mijn best gedaan onverschillig te zijn over mijn angsten.
Ik heb best wel wat gedaan. Ik ben het lijstje afgegaan. Ik heb best wel wat gedaan.
En dan toch weten
Dat ik iets verkeerds heb gedaan.
Wat? Weet ik niet.
Hoe? Ook niet.
Resultaat? Ik moet drie weken inhalen in één dag. Dezelfde dag waarop ik niets anders kan doen dan wakker liggen totdat het nacht is.
En zo nu en dan probeer ik dat te plannen in mijn agenda; de niet meezittende dagen, weken. Weken vooruit plannen. Dus nu niet slapen hoort eigenlijk pas overmorgen te beginnen. Nu niet ademen kan ik maar voor twee minuten veroorloven. Keer 100, zijn dat 200 emails die niet zonder mij kunnen. Keer 1000 zijn dat 2000 volgers die niet zonder mij kunnen. Ik denk aan het nummer 8, mijn familie die niet zonder mij kan.
Dus waar is de wetenschap? Waar zijn de zalfjes die mij kunnen redden van de pijn op mijn borst? Waar zijn de energieboosters die slapeloze nachten tenietdoen? Waar zijn de middelen zonder verslaving zodat ik niet meer vrees voor mijn onbewustzijn? Waar is de hulp die iedereen me aanbood? Waarom jeukt het onder mijn borst? Waarom raak ik verstrikt ik in mijn deken en in mijn woorden, in mijn redeneringen die mijn bestaan banaliseren totdat ik nep voel? Waarom weet ik maar één ding zeker?
Ik doe iets verkeerd.
Het rijtje afgegaan. En alleen weten dat ik iets niet weet.
Ik ben iets vergeten, op zo’n manier dat ik wist dat ik het zou vergeten. Ik was vergeten dat ik het zou vergeten.
Daar heb ik nu niets aan. Want mijn ogen prikken niet alleen vanwege al het huilen. Dat daar zijn de eerste zonnebijten die vechten op mijn netvlies.
Dat daar zijn hallo’s en hoe gaat het.
Goed geslapen?
Daarvoor moet ik eerst ademen. Daarvoor moet mijn gevoelenskamer door blijven pompen.
Ik zal je vertellen dat ik me heb verslapen.
Maar ook dat ik heel wat heb gedaan. Rijtje afgegaan. Ik heb heel wat gedaan.
Alleen ben ik iets vergeten. Misschien iemand. Ik ben iemand vergeten.
Maar ik heb heel wat gedaan. Ademen ook. Slapen morgen. Overmorgen niet. Ik plan antwoorden voor later. Meezitten ook later.
Ik was vergeten dat ik mezelf vergeten zou.
En dat is zo akelig, ik wil dit eigenlijk meteen weer vergeten.
Ik wil mezelf niet op zo’n manier kennen.
Ik wil mezelf een filter geven.
Dit maakt ademen niet makkelijker. Dit maakt de nacht niet langzamer. Dit maakt het leven ouder.
Hoe was ik vergeten dat ik mezelf vergeten zou?
Ik heb namelijk de papieren brieven geopend. Ik heb de dokter gebeld. Ik heb mijn familie gesproken. Ik heb aan dat online gedoetje gewerkt. Ik heb gesolliciteerd voor mijn dromen en geld. Ik heb het vuilnis gescheiden. Ik heb mijn oude kleren weggedaan. Ik heb toch ook sorry gezegd?