Vuurland leest

Schuilplaats voor andere tijden

Georgi Gospodinov
Georgi Gospodinov: Schuilplaats voor andere tijden

Vertaling: Hellen Kooijman

Uitgeverij: Ambo|Anthos

Dit boek zijn we nu aan het lezen.

Bestel

In Schuilplaats voor andere tijden van Georgi Gospodinov ontmoet een naamloze verteller Gaustin, een ‘flaneur door de tijd’. Hij is het brein achter een instituut

Vroeger was alles beter. Toch? Dat dacht ik altijd, als ik mijn ouders en andere vijftigplussers over dat verre land hoorde praten, maar nu ik Schuilplaats voor andere tijden heb gelezen weet ik het niet meer zo zeker en staat mijn hele perceptie van nostalgie en het verleden op losse schroeven. Eigen schuld; had ik maar niet zo’n postmoderne knaller als deze moeten lezen.

In deze roman volgen we de verteller G.G. die samen met de schijnbaar metafysische Gaustin (een personage? een hersenspinsel? stiekem de verteller zelf?) een kliniek start voor mensen met Alzheimer, waarin ze het verleden kunnen bezoeken. Uiteindelijk wordt men zo enthousiast van dit idee dat hele landen besluiten referenda te houden waarmee wordt besloten naar welk jaar ze terug zullen keren. Er ontstaan flinke strijden tussen kampen die vinden dat ze terug moeten naar de jaren ’20 of juist de jaren ’60. Wanneer het uiteindelijk zover is blijkt het verleden allesbehalve te zijn wat ze ervan hadden verwacht, en lukt het ze ook niet helemaal het heden los te laten.

Het boek is tegelijkertijd een verkenning van de Europese geschiedenis van de twintigste eeuw als een ode aan het verleden, maar het zet ook vraagtekens bij nostalgie en de verheerlijking van dit verleden. Het heeft iets magisch realistisch, iets satirisch en iets dystopisch, drie genres waar ik toevallig heel erg van hou. Hoewel ik denk dat sommige stukken iets korter hadden gekund, ben ik enorm fan van de wereld die Gospodinov heeft gecreëerd en zou ik er graag nog eens naar terugkeren. Iets voor de toekomst, misschien.

Toen ik een jaar of acht, negen was schreef ik een liedje. Ik heb het nooit gezongen, volgens mij heb ik het zelfs niet afgemaakt. Hoe de tekst precies ging weet ik niet meer. Ik weet nog wel dat de strekking van het liedje was dat ik geboren was in de verkeerde tijd. Dat was letterlijk een zin van het refrein, ‘ik ben geboren in de verkeerde tijd’. In welke tijd ik dan wel geboren had moeten zijn specificeerde ik niet. Ik had het wel over zwaardvechten en struinen door het bos. De middeleeuwen wellicht, het riddertijdperk. Dat ik in die tijd als vrouw hoogstwaarschijnlijk nooit een zwaard ter hand had mogen nemen en misschien bij de eerste beste uitbraak van de pest gestorven was, waren geen feiten waar ik me mee bezig hield als kind.

Het romantiseren van het verleden is een constante aanwezige in Schuilplaats voor andere tijden. Het verlangen terug te keren naar tijden die gepasseerd zijn blijkt een breedgedragen sentiment. Dat verlangen overstijgt leeftijd, status, landsgrenzen en mentale gezondheid. ‘De klinieken voor het verleden’ die in het boek door Gaustin worden opgezet zijn in eerste instantie bedoeld als behandeling voor Alzheimerpatiënten. Gezonde mensen blijken echter ook hun heil te willen zoeken in het verleden.

Het Europa dat Gospodinov beschrijft, elk land levend in eigen gekozen periode, is bizar en verontrustend. Tegelijkertijd vind ik zo begrijpelijk. Tot wie of wat moet je je wenden als de huidige tijd een en al ellende is, de toekomst enkel moedeloos stemt? Dan is de enige ontsnapping terug naar het verleden. Noodzakelijk escapisme. Liever leven in al bestaande herinneringen dan nieuwe te maken.

Het is een verdrietige vluchtroute. Maar wel een vluchtroute die ik, hoe absurd het in eerste instantie klinkt, heel menselijk vind. Ik heb Schuilplaats voor andere tijden gelezen als een antwoord op de roerige realiteit waarin we leven. Niet zo zeer als antwoord op de vraag ‘Hoe lossen we deze chaos op?’ maar meer als antwoord op ‘Hoe deze chaos te boven blijven?’

In Schuilplaats voor andere tijden schetst Georgi Gospodinov het verhaal van een naamloze verteller die betrokken raakt bij (of misschien zelfs de bedenker is van) een karakter genaamd Gaustin en ‘zijn kliniek voor het verleden’. In de verschillende ruimtes, gesitueerd in verschillende tijden, kunnen patiënten met dementie terugkeren naar een vaak nostalgische, veilige haven.

Wat betekenen herinneringen voor iemand? Een fascinerende vraag, omdat het antwoord voor iedereen anders is. Iedere persoon heeft immers een eigen geschiedenis. Gospodinov vertelt een aantal particuliere verhalen, zoals dat van Mijnheer N, een dementerende man, en zijn voormalige spion, die hem jarenlang in de gaten heeft gehouden en zo alles weet over mijnheer N. De spion krijgt in de kliniek de taak (en ook macht) om het geheugen van de man opnieuw in te vullen. Houdt hij zich aan de verdrietige feiten of maakt hij het mooier voor de dementerende man?

De opzet van de kliniek van Gaustin verschuift als ook vrienden en familie van de patiënten – mensen zonder dementie – willen verblijven in hun favoriete tijdperk. Gaustin besluit ook deze mensen ‘beschermde tijd’ aan te bieden, oftewel een schuilplaats voor andere tijden. Maar uiteindelijk breekt de chaos uit: tijden blijven niet netjes op hun plek en alles loopt in elkaar over.

Door Gospodinovs associatieve stijl is het soms een beetje zoeken naar de overkoepelende lijn, maar die is er wel degelijk. Via alle associaties en soms filosofische overpeinzingen vertelt Gospodinov, met gedeelde ijkpunten als referentie, ook een collectief verhaal, waarin hij raakt aan de vraag: wat is het geheugen van de mensheid?

Het antwoord op die vraag is de waaier aan mogelijkheden. In de passage over de schilder Monet, die een kathedraal op verschillende uren van de dag schilderde in een poging om het licht vast te houden, onthult Gospodinov volgens mij wat hij zelf ook beoogt: ‘Hij wist wat hij deed, de kathedraal was enkel een truc, een valstrik om de zonnestralen te kunnen vangen.’

Voor het eerst in mijn lezende leven kwam zomaar het bijzonder letterkundige woord ‘ideeënroman’ in me op. Snel zocht ik in de digitale zoekmachine op of Schuilplaats voor andere tijden inderdaad onder dat genre te typeren valt. Een ideeënroman blijkt een roman te zijn ‘die vooral uiting geeft aan een visie over mens en maatschappij’. Dat is Schuilplaats voor andere tijden zeker. Gospodinov laat in zijn boek onder andere een volledig nieuw Europa ontstaan, dat door een mix van alzheimer, nationalisme en misplaatste nostalgie zichzelf terug in het verleden werpt.

Maar dat bedoelde ik eerlijk gezegd niet met ideeënroman. Ik bedoelde vooral dat er heel veel ideeën in deze roman stonden. Zoveel dat het verhaal vaak iets weg had van wat vrijblijvend gefilosofeer. Er worden grote vragen gesteld, maar over de antwoorden moet je eigenlijk niet te lang nadenken want anders verkruimelen ze in je hand. Aan bijvoorbeeld de implicaties van het ontstaan van nieuwe tijdsperioden in de landen van de Europese Unie, worden amper woorden besteed. Jammer, want nu moest ik mezelf steeds dwingen om niet na te denken, anders zou ik het verhaal niet meer kunnen geloven. Daar komt nog bij dat ik nu in een fase zit dat ik niets begrijp van nostalgie – noem het leeftijd. Ik wil door, door, door. Geen goede match dus met een boek dat bulkt van het (verdraaide) verleden.

Georgi Gospodinovs Schuilplaats voor andere tijden kwam precies op het juiste moment. Ik had net in een week tijd drie boeken van Annie Ernaux gelezen: La place, L’écriture comme un couteau en L’autre fille. Boeken die alles te maken hebben met het verleden en hoe wij ons daartoe verhouden, maar die ook telkens zichzelf, het schrijven zelf, het project van Ernaux als onderwerp hebben. Ik houd heel erg van het werk van Ernaux, maar telkens als ik iets van haar lees, op stoom kom en dan gelijk nog maar iets van haar lees, komt er een punt waarop ik me leeg begin te voelen en een aanval krijg van claustrofobie. Het lijkt alsof er niks anders meer bestaat dan haar boeken en alsof haar manier van schrijven de enige mogelijke manier is. Zonder beeldspraak, zonder opsmuk. Ze zet het verzinnen buiten spel.

Schuilplaats voor andere tijden is totaal anders en kwam als een ijsje op een warme zomerdag. Het gaat, net als Ernaux’s werk, over het verleden en heeft ook het schrijven zelf als onderwerp, maar alles draait om de chaos en de verbeelding, het verzinnen. Het is grappig en ondoorgrondelijk als een doolhof. Soms had ik het idee dat Gospodinov de draad écht kwijt was, dat hij zelf ook niet zo goed meer wist wat hij aan het doen was, dat hij tegen de grenzen van z’n eigen gedachte-experiment opbokste en hopeloos over de rand klotste. Ondanks de serieuze onderwerpen en de diepte van sommige gedachten en ideeën, viert dit boek vooral het experiment, het proberen en nog eens proberen en nog eens. Het is grillig en levendig. Maar vooral heb ik er een nieuw, favoriet inzicht aan over gehouden: niets kan het verleden zo terugbrengen als kitsch.

Mijn moeder komt voor haar werk dagelijks over de vloer bij dementerende ouderen. Ze vraagt hoe het met hen gaat. Ze vraagt ook wat ze ervan vinden dat ze naar een beschermde afdeling van een verpleeghuis moeten verhuizen. Met gesloten deuren zeg maar. Soms worden de ouderen kwaad. Vaker willen ze gewoon naar huis en noemen de naam van hun geboortestraat. Dat hun ouders daar de deur niet meer zullen openen zijn ze vergeten.

In Schuilplaats voor andere tijden van de Bulgaarse schrijver Georgi Gospodinov is het wel mogelijk om als dementerende terug te keren naar vroeger. Sterker nog: ook niet-alzheimerpatiënten kunnen verblijven in de daarvoor geënsceneerde tijd die tot in detail is nagebouwd in ‘de kliniek voor het verleden’. In dit verhaal groeit het verleden als onkruid en is de geschiedenis nog nieuws, tot deze verschillende Europese geschiedenissen met elkaar botsen en de hang naar vroeger een dystopisch karakter krijgt.

Je zou Schuilplaats voor andere tijden een ideeënroman kunnen noemen waarin zowel de historie van Europa als de kritiek op het opkomende ‘vroeger-was-alles-beter-sentiment’ wordt uitgewerkt. Het concept van de kliniek vind ik intrigerend en prikkelt mijn verbeelding. Gospodinov schrijft associatief waardoor ik als lezer actief de hoofdstukken aan elkaar moet verbinden en soms genoegen moet nemen met gaten in de chronologie. Deze vorm versterkt de inhoud, het heeft zelfs wat weg van de hersenschimmen (kent je Bernlef nog?) van de dementerenden zelf.

Hoe uniek het concept van dit verhaal ook lijkt, het doet me sterk denken aan de Franse film La Belle Époque van de regisseur Nicolas Bedos waarin hoofdpersoon Victor een week uit zijn leven herbeleeft via een experience van een bedrijf dat het verleden naspeelt. Met gedetailleerde decors en goed getrainde acteurs kan iedereen met geld terug naar een tijd naar wens. Toch hoef je Gospodinovs boek na het kijken van deze film niet te laten liggen. Het boek gaat veel verder dan het concept van de kliniek en raakt essentiële thema’s aan die aanzetten tot nadenken over verleden, heden en toekomst. Het boek is dus al getipt aan mijn moeder.

Schuilplaats voor andere tijden heeft mijn hart veroverd. Eerlijk is eerlijk, ik heb de eerste pagina’s twijfelachtig zitten lezen omdat ik niet begreep waar ik me nu precies bevond; het was alsof ik een lucide droom binnenstapte, en door verschillende tijdslagen heen buitelde. Ik schrijf ‘het was alsof’, maar eigenlijk kloppen die woorden niet. Want dit boek is associatief, het is weerbarstig, het is ingewikkeld en soms lijkt Gospodinov een spelletje met je te spelen. Het verhaal ís een lucide droom. Maar na een paar hoofdstukken bracht dat alles voor mij enkel verdieping aan in het werk. Dit boek daagt je uit, laat je weifelend door verschillende verhalen baden, en blijkbaar was dat wat ik op dit moment in mijn leven nodig heb. Laat heden, verleden en toekomst maar versmelten, laat me maar werken om het te begrijpen.

Het idee van een kliniek waar je in het verleden kunt zijn raakte me diep, omdat ik niet langer geloof in het idee uit de Verlichting dat de mensheid een voortuitgangsmachine is. Het wordt in de toekomst niet beter dan het was, vooral niet door de klimaatcrisis. En het vooruitgangsdenken is voor mij een hol ideaal geworden waarin het niet meer gaat om een betere, meer vredige wereld voor iedereen. Vooruitgang betekent voor velen meer geld, en geld is er genoeg, het is alleen onwijs oneerlijk verdeeld (geef ons een basisinkomen pls).

Ik weet overigens niet in welke tijd ik zou willen verblijven (in het boek komen er in vrijwel alle Europese landen stemmingen over naar welke tijd teruggekeerd gaat worden), maar dat doet er misschien ook niet toe, omdat Gospodinov toont dat tijd zo vloeibaar is als gesmolten boter.