Ongemak – ziekte

Lelie Danesh

Onder het station ligt het cabinet der dingen

Een wagen, een huis, een rat, een touw

Een vrouw ligt naakt in de hoek
Ze drinkt van het water
Dat druipt uit de pijpen

Een kapotte stoel, een duizendpoot, een rivier, een boom

Onder het station kruipt iets levends voort
Wat resteert, hijgt
Hoort de wind hier luider

Rolt zichzelf met plezier en lust 
Over een stoffige laag
Een besmette vacht

Een lach 
Boven zijn ze vergeten te spreken
Hier liggen we bedekt

Met koorts, met takken, met muren, met onszelf

Wat ervan overblijft
Scherpe tanden en verwildert haar
Naamloos en nog, vol woorden