Het magische leven van Mia

Chard van den Berg

Breng je de kaneelpoeder mee? Ik bak appeltaart morgen, appte Mia naar Jorgen. Hou van je stuurde ze erachteraan. Naast haar appbericht stond één vinkje, het was donkergroen. Het berichtje was niet aangekomen. Mia keek om zich heen, borg haar telefoon op en staarde wat naar de televisie. Voor ze het wist hield ze een sigaret vast, tussen haar wijs- en middelvinger. Ze nam een hijs en rook dat de sigarettenwalm neerstreek over haar hals, haar lichaam, dat de geur zich ophoopte in haar gele wikkeljurk. Nadat ze de sigaret doofde, schudde ze haar hoofd. Denk nu eens aan je kind, geef het goede voorbeeld Mia, dacht ze. Ze drukte op de play-knop van haar VHS-speler, waarna een meelevende Oprah Winfrey op de televisie verscheen. Drie bezwete pubers zaten in de studio, ze hadden zich kaalgeschoren, droegen leren broeken die niet zouden misstaan bij rocksterren, waren verslaafd aan harddrugs.        

‘Ze zijn gescheiden van het geloof,’ mompelde Mia. ‘Ze zijn gescheiden van God, gescheiden van zichzelf.’

Vlak na de aftiteling slofte Mia een beetje door de woonkamer, stond stil bij een foto aan de muur. Met veel aandacht bekeek ze hem, ze zag zichzelf achter het stuur van een Range Rover het landgoed op rijden. Jorgen zat op de achterbank terwijl zijn lippen een speen omringden.

‘Wat lijkt die jongen toch op mij,’ zei ze glimlachend, waarna ze aan haar eigen oogleden voelde.

Ze focuste zich enorm, probeerde de ogen van haar zoon te zien die grotendeels verscholen zaten achter zijn oogleden, ze bedacht dat ze zocht naar Jorgen, naar wie hij was. Haar hart sloeg een slag over door deze laatste gedachte, ze keerde de jonge Jorgen de rug toe. Moeizaam liep ze de keuken in, haar gebochelde rug kraakte bij iedere stap die ze zette, haar rug deed pijn, net als haar voeten, heupen, nek, schouders. Haar lichaam deed Mia pijn. Met haar gerimpelde rechterhand hield ze de koekenpan vast en deed er tomatensaus in. Ze schrok van de rimpels op haar pols, de groeven, de moedervlekken en andere symptomen voor een leven dat geleefd was. Is niet mooi, dacht Mia, en dat al op mijn veertigste. Ze gooide spaghetti in de kookpan. In hetzelfde lage tempo als op de heenweg liep ze terug de woonkamer in. Ze voelde haar handen een klein beetje trillen terwijl ze haar leesbril opzette. Schatje kom je thuis, het eten is bijna klaar stuurde ze naar Jorgen. Nadat ze het berichtje uittikte zag ze één vinkje naast haar tekst verschijnen, het was weer groen. Ze scrolde naar boven en zag dat haar vorige berichtje evenmin was aangekomen. Plots hoorde ze vanuit de keuken een kloppend geluid, erg luid was het niet, maar toch goed hoorbaar. Daar zul je hem hebben, kan ik eindelijk eens beginnen met opscheppen voor ons beiden, dacht Mia. Ze hielp zichzelf overeind, liep zo snel als ze kon de keuken in. Zuchtend keek ze de ruimte door, van links naar rechts, van het aanrecht naar de deur. Ze zag niemand. Plots hoorde ze dat geluid weer, dat kloppende geluid, ze draaide zich om en wendde zich tot de bron. In de koekenpan pruttelde de tomatensaus. Mia lachte heel even, begreep niet zo waarom.

Nadat het eten klaar was schepte ze de helft op haar bod. De rest stopte Mia in een magnetronbakje. Ze opende de vriezer en kreeg het magnetronbakje er maar moeilijk in door de zeven andere bakjes die er al waren ingepropt. Heeft hij in elk geval genoeg als hij thuiskomt, dacht Mia. Terwijl de geur van Italiaanse kruiden vanaf het bord haar neus in vloog, vouwde ze haar handen en sprak tot God. Ze dankte Hem voor haar gezondheid en die van haar zoon, met een trillende stem sprak ze tegen Hem de wens uit Jorgen weer eens te zien. Niet veel later zette ze haar vork in de pasta en at. Ik heb eten klaargemaakt, als je thuiskomt kun je kiezen uit onder andere: spaghetti en chili con carne, stuurde ze hem in een whatsappbericht toen haar bord leeg was. Ze besloot haar appje met een smiley en zag er wederom één donkergroen vinkje naast verschijnen. Ze scrolde naarboven, naar berichten van twee uur oud, twee dagen en twee weken. Hoe gaat het daar in Barcelona met de reisweek? was de laatste tekst waar twee blauwe vinkjes naast stonden, de laatste tekst die aankwam, zo’n twee en een halve week terug. Drie minuten erna stuurde Jorgen een foto waarop hij op een jetski zat met in zijn rechterhand een fles champagne, zijn linkerhand vervormd tot een duimpje. doe voorzichtig! Zo heb ik je toch niet opgevoed, denk aan Hem, antwoordde Mia in whatsapp. Achter dat bericht stond een vinkje, donkergroen. Ze klikte op de foto, zoomde in op zijn gezicht. Even dacht ze aan het scenario waarin ze zijn dichtgeknepen ogen nooit meer zou zien, dat ze het zou moeten stellen zonder zijn gezicht en stem die in alles zoveel op de hare leken. Snel sloeg ze zichzelf tegen het voorhoofd. ‘Mensen zijn niet dood als ze niet meer leven, mensen zijn dood als je besluit dat ze er niet meer zullen zijn,’ riep ze met beide handpalmen op haar gezicht. Ze waste haar bord af.

De dag erna liep ze in de supermarkt, haalde kaneelpoeder uit het schap met bakproducten. Vandaag bak ik appeltaart, eet je mee? vroeg ze Jorgen via Whatsapp.