ik heb een ring gekocht die van kleur verandert
ik kijk er soms naar

de verzachtende omstandigheden zijn een bokaal waar
dierenwinkelzeewier ingroeit waar ik kiezeltjes slik en uitspuw

slik en uitspuw slik en uitspuw mijn staart raakt het wateroppervlak
ik fladder bijna als een dagpauwoog ik zoek ook naar nectar of

vissenvoer of iets om mijn blaffende grommende honger te stillen.
ik kijk naar de kat zonder oren die naar mij kijkt ik ben te groot geworden

voor een goudvis ze gaan me karper noemen of zalmkonijn de
tank zal breed aquatisch futuristisch-industrieel zijn ze nemen me mee

naar Belgium’s Got Talent en Guiness World Records, aanschouw
het meisje dat te snel gegroeid is de vormloze vis die ze

geweest is zie hoe haar schubben van haar af vallen als een
slang of een berkenboom of een Winx Transformation zie hoe haar botten

uitgestrekt zijn hoe ze haar tanden op elkaar klemt door de groeipijn
hoe ze net gewend was aan verdrinken

en nu weer moet wennen aan de zeeblauwe kleur
die haar ringvinvinger omklemt