Vuurland leest

God gokt niet

Sarah Neutkens
Sarah Neutkens: God gokt niet

Uitgeverij: HetMoet

Dit boek zijn we nu aan het lezen.

Bestel

God gokt niet steekt de draak met de hedendaagse heersende instituten. In een avontuurlijke politieke satire observeren we vanonder een tafel de wereldleiders en hun host

Het 110 pagina’s tellende verhaal van Sarah Neutkens is een satirische aanklacht tegen het systeem. Het systeem waarin grensoverschrijdend gedrag nog steeds ongestraft blijft en waarin de financieel-politieke elite de rest onderdrukt. ‘Een geniale novelle’ staat er op het titelblad.

De serieuze thematiek neemt niet weg dat je het schrijfplezier in het verhaal terugleest. Met een enorme vrijheid experimenteert Neutkens met vorm. Lees je een theatertekst, lees je lange plaatsbeschrijvingen uit een filmscript, lees je poëzie, lees je een mailwisseling?

Als je met het hoofdpersonage onder de tafel duikt van een select gezelschap — onder anderen de Museumdirecteur, de Politica, de Kunstenaar en de Bankier — kun je je lach bijna niet inhouden. Zeker als ene Ratger Brigman, een tafelgast die praat over ‘bullshitjobs en consultants’ in elke alinea een andere naam krijgt (Robert Bergman, Rover Barman, Reginald Borgman), spat de satire van het blad. Toch krijgt het verhaal geen cynische ondertoon.

De absurdistische scenes van Neutkens stellen onderdrukking en machtsstructuren aan de kaak en zijn, misschien juist daarom, bevrijdend om te lezen. Misschien zegt het genoeg dat de gevestigde uitgeverijen dit werk niet uit durfden te geven. ‘Ze vonden het te radicaal, te veel een uitdrukking van mijn persoonlijkheid’, zegt Neutkens daarover in een artikel in De Morgen.

Misschien is dat wat ik de afgelopen tijd heb gemist in de Nederlandstalige literatuur: durf en de authentieke uitdrukking van persoonlijkheid. God gokt niet prikkelt, prikt en probeert. Ik zou het bijna geniaal noemen.

In God gokt niet van Sarah Neutkens verzucht ene Sarah Neutkens in een e-mail: ‘Mij wordt ook vaak gevraagd of ik niet iets kan schrijven wat makkelijker verteerbaar is of wat meer aansluit op de “reguliere lezer” (lees: minder kritisch, minder experimenteel, minder Sarah).’

Dit boek, dat zichzelf ‘een geniale novelle’ noemt, is één groot spel van ironie. Eén laag daarvan is de systeemkritiek die Neutkens verpakt in een dinersetting met persiflages van Mensen Met Macht. Een andere laag is dat dit diner, dat de kern van het boek lijkt te vormen en volgens de flaptekst de hoofdmoot lijkt, pas op zo’n twee derde van het korte boek begint. Nog een laag is het eerdergenoemde personage Sarah Neutkens. En dan hebben we nog de compositie van het geheel. We gaan er toch verdomme geen rond verhaal van maken? Oh nee, toch wel.

Ik kom als lezer tot de onvermijdelijke beoordeling: dit verhaal is helemaal Sarah. Wars van wat dan ook.

Ik heb God gokt niet met plezier en bewondering gelezen. Het is een heel fantasierijk boek en lekker meta, het is bijna alsof je een parabel leest. Veel van de thema’s die ik interessant vind, komen erin aan bod: feminisme, kritiek op de comsumptiemaatschappij en de vraag naar wat kunst is. Stilistisch is het sterk.

Tegelijkertijd vond ik het ook een irritant boek. Als lezer kreeg ik nergens de kans echt lekker “in het verhaal” te komen en door de weinige ontwikkeling die de personages doormaken, was het lastig ze te leren kennen en met ze mee te leven. Ik denk overigens ook niet dat dat is wat dit boek van de lezer wil, maar toch denk ik dat het, met een net iets minder schematische opzet en een beetje meer body, aan zeggingskracht had gewonnen.

De novelle God gokt niet van Sarah Neutkens is een verhaal dat de lezer meesleept op allerlei verschillende manieren, waaronder ook de opbouw. Eerst wordt de moraal van het verhaal uiteengezet, daarna het huis van het hoofdpersonage en de documentaire over de Franse revolutie, dat vindt vervolg in een koffieafspraak met de documentairemakers die uitloopt in een diner met God en zijn zoon Lucky.

Het laatste gedeelte vond ik zelf het meest rake stuk van het boek. Net nadat Sarah, als ze vertelt over een grensoverschrijdende situatie, niet serieus wordt genomen door documentairemakers Étienne en Victor, onder een tafel. De volgende scènes (scènes vind ik hier wel gepast, omdat de vertelstijl een best wel filmische manier van vertellen heeft, o.a. door het gebruik van beschrijvende kikvorsperspectieven en bird’s eye views) spelen zich af aan een met dure linnen gedekte dinertafel in het restaurant genaamd Het Etablissement. Allerlei verschillende personages die een bondje hebben gesloten met Lucky, de zoon van God, sluiten zich bij de tafel aan: Museumdirecteur, Murena Abrámivić (verschillende spellingen), de Architect, de Conceptueel Kunstenaar, de Sportcommentator, de Politica en de Anarchist.

Alle personages voelen erg waarheidsgetrouw, en alsof ze heel nauwkeurig het leven in geroepen zijn. De verhoudingen tussen deze figuren zijn gebaseerd op echte machtsverschillen, zo maakt de Anarchist enerzijds schertsende opmerkingen  over hoe die elitaire sport haat, maar is die ook constant bezig met het zo goed mogelijk gevuld krijgen van diens eigen glas.

De mannelijke personages maken seksistische, hypocriete en lege opmerkingen, terwijl de mensen onder tafel uit alle macht proberen niet in te grijpen en geen tegengeluid te geven, uit angst voor deze machtige mensen. Het narratief is maatschappijkritisch, detailgericht en zit vol treffende observaties.  Haar taal beweegt van kritisch naar empathisch, en laat door het groteske op te zoeken de personages die institutionele machtsverhoudingen en grensoverschrijdend gedrag in stand houden een toontje lager zingen.

Deze was niet helemaal iets voor mij, denk ik. Ik had van zowel Sarah Neutkens als uitgeverij HetMoet nog niet eerder iets gelezen, dus ik was erg nieuwsgierig en had er zin in toen ik begon, zeker op basis van de achterflap. Ik hou wel van satire, en het verhaal dat op de achterkant van het boek wordt geschetst klonk interessant.

Dat verhaal dat wordt beloofd begint echter pas halverwege het boek, maar toen het eenmaal zover was, las het voor mij dusdanig chaotisch dat het eigenlijk niet meer echt een verhaal was. Ik denk dat het boek makkelijk zonder de eerste 50 pagina’s had gekund, of in ieder geval een stuk ingekort.

De novelle is hier en daar zeker grappig, scherp en relevant, maar aan de andere kant vond ik het er af en toe allemaal ook net iets te dik op liggen. De maatschappijkritiek die in het boek centraal staat heb ik ook al vaker gehoord, dus voor mij ontbraken de vernieuwende inzichten die ik juist zo waardeer in dit soort boeken.

Maar goed, op Goodreads lees ik ook genoeg 4- en 5-sterrenreviews van enthousiaste lezers. Bij mij raakte het deze keer echter – helaas – simpelweg niet de juiste snaar.

‘Of het een komedie of een tragedie is, hangt af van wie je denkt dat de held is.’ In God gokt niet schetst Neutkens de botten van een verhaal die ze je schuldig blijft. Ze geeft je geen held, geen komedie en geen tragedie. Wel geeft ze je veel links en rechts, beschrijft ze de hoek van haar knie, kruimels op haar bank, de mails die ze ontvangt. De hoofdpersoon, tevens Neutkens, roept ‘BOERUUUH!’ als ze boeren ziet op tv.

Mannen zeggen vieze en gore dingen, vrouwen zeggen vieze en gore dingen: ze hebben allemaal te veel macht. Soms lees je om het lezen, en soms schrijf je om het schrijven. Het lezen van deze novella voelt alsof deze twee samenkomen. Neutkens is niemand iets verschuldigd, daar heeft ze me van overtuigd. En zoals ze zelf schrijft: ‘Kunst is het concept. En dat concept bepalen wij’.