Dit verhaal bevat representaties van misogynie
Kaspers bord was schoon. Zo schoon dat Max zich afvroeg of er wel iets op had gelegen. Als hij naar zijn eigen bord keek, leek het of wijlen Karel Appel er met zwaaiende kwasten klodders ragout op had gesmeten. Het was één grote smeerboel. Met de vork in zijn linkerhand had Max een sleeppartij over het halve bord nodig, voordat hij een stukje kroket kreeg vastgeprikt. In combinatie met zijn droge mond leidde dit tot een grote achterstand op Kasper, die zijn maaltijd naar binnen had gewerkt alsof hij van het land kwam. In no time was zijn bord leeg, terwijl Max nu pas halverwege was.
Toch stak Kasper zijn hand de lucht in toen Kate het verliefde stel naast hen een prettige dag wenste. Ze maakte oogcontact. Hij zei: ‘De rekening graag. Neem je zo een pen mee?’ Waarna hij knipoogde. Kate liep met een speels glimlachje naar binnen onder de belofte er zo aan te komen.
Max ademde diep in. Als ze maar lang genoeg weg bleef, kreeg hij zijn maaltijd nog wel op. Nu eerst dit smerige stuk korst doorslikken met behulp van wat bier en dan gáán. Schransen. Hij legde zijn hand om het glas, tilde het op. Het schoot gênant hard omhoog, omdat het leeg was.
Hij kokhalsde. Hij boog het geluid om naar een kuchje, zodat Kasper niets zou merken. Nog eens slikte hij. Weer kokhalzen. De korst was een slang die door zijn keel kroop, steeds opnieuw omhoog.
Wat een kutdag. En dit was alleen nog maar een terrasje pakken. Hij schoof zijn bord voor zich uit.
‘Heeft ons Maximeister genoeg gehad?’ vroeg Kasper afwezig. Hij gaapte. Keek achterom, zag Kate uit het restaurant tevoorschijn komen. ‘Moet jij eens opletten hoe je een meisje scoort. Zie je hoe ze loopt? Zo zelfverzekerd wiegend, zo voetje voor voetje. Als wij hier morgenochtend weer zitten, dan loopt ze hartstikke mank.’ Hij stak de wijsvinger van zijn rechterhand door het rondje dat hij met zijn andere hand had gevormd, maar hield zijn armen voor zijn borst, zodat Kate het niet kon zien.
‘Was alles naar wens?’ vroeg ze monter, terwijl ze het apparaatje waarin hun bestelling genoteerd stond alvast in haar hand hield. Ze had het warm. Haar gezicht glom. Ze kan die blush beter afspoelen, dacht Max, of nieuwe aanbrengen. Zo lijkt het net of haar wangen smelten.
‘Jazeker,’ zei Kasper. ‘Sommige dingen zelfs ruim boven verwachting.’ Hij liet zijn blik langs Kate’s lichaam glijden. ‘Heb je aan een pen gedacht?’
Hij opende ook het op twee na bovenste knoopje van zijn overhemd. Duwde de stof uiteen.
Kate antwoordde door een korte draai te maken met haar heupen. In haar kontzak stak een pen. ‘Eerst even dit afhandelen. Twee bier en twee broodjes kroket,’ las ze voor. ‘Dat wordt dan twintig euro negentig.’ Ze haakte het apparaatje achter haar broekriem, haakte het mobiele pinapparaat juist los. ‘Maak er maar dertig euro van,’ zei Kasper terwijl hij door zijn haar streek. ‘De bediening was uitzonderlijk.’ Weer de glijdende blik.
Biep-biep zei het apparaat terwijl Kasper zijn pinpas erboven hield. Dat was meer dan Max gezegd had sinds zijn zus hier weer stond. Er werd niets aan hem gevraagd, ze had niet eens zijn kant opgekeken. Dat wilde hij ook niet. En toch.
Kate scheurde het betalingsbewijs van het pinapparaat af. Ze gaf het aan Kasper. ‘Misschien is het verstandig,’ zei hij met opgezwollen borst, ‘dat je op de achterkant je adres noteert.’ Hij legde het bonnetje omgekeerd op tafel, prikte er met zijn wijsvinger naar. Kate lachte verlegen, durfde hem plots niet meer aan te kijken.
Max zag het aan als een toeschouwer achter glas. Hij had geen enkele angst bij het gesprek betrokken te worden. Wat ze nu doet, dacht hij, deed ze vroeger altijd wanneer ze een waterballon tussen mijn slaapkamerdeur had geklemd. Dan draaide ze haar hoofd af, omdat haar lach haar anders verraadde.
‘Misschien wel verstandig ja,’ zei ze met een hees randje in haar stem. Ze haakte het pinapparaatje achter haar broekriem, bewoog haar rechterhand door naar haar kontzak. Tastte naar haar balpen, miste, had beet. Kasper haalde zijn wijsvinger van het bonnetje. Max zag dat zijn vingerafdruk erop achterbleef. Hij is dus toch nerveus, dacht Max.
Kate boog zich voorover, probeerde Kasper toch weer aan te kijken. Maar Kasper, die gedachteloos de stof van zijn overhemd uiteen bleef duwen, had zijn blik alweer te laag gericht. Kate grinnikte en prikte met de pen van de zaak in zijn wang. Hij moest en zou er met zijn aandacht bij zijn. Dat werkte. Kasper hield zijn ogen niet meer van het schrijfgerei af terwijl Kate het naar het bonnetje bracht. Ze drukte het knopje van de pen in. Speels schermde ze met haar linkerhand het bonnetje af terwijl ze haar adres opschreef.
Wat is mijn adres eigenlijk, dacht Max. Hij had geen idee. De straatnaam, daar kwam hij nog wel op. Maar de postcode? Het huisnummer? Sinds hij zijn adresgegevens gewijzigd had op zijn online accounts, had hij er niets meer mee gedaan.
Kate had iets opgeschreven. Ze hield haar balpen kort boven het papier, waarna ze vluchtig wat erbij krabbelde. Ze pakte het bonnetje op. Weer keek ze Kasper aan, met een glimlach die Max alleen als onheilspellend herkende. Of was dit vrouwelijkheid? Flirten?
Kasper kon zijn opwinding amper onderdrukken. Het kostte hem moeite om op zijn stoel te blijven zitten. Steeds kwam zijn rug even los van de steun.
Zonder haar blik af te wenden, zonder zelfs te knipperen, gaf Kate het bonnetje aan Max.
Geschrokken pakte Max het papiertje aan. Snel propte hij het in zijn broekzak, alsof de vernedering van zijn vriend daarmee ten einde zou zijn. Kasper zag eruit alsof hij midden in een zin blikken had gekruist met Medusa. Zijn onderkaak stond scheef, zijn mond halfopen, de ogen paniekerig.
‘Ik zou het heel fijn vinden als je vanavond langskomt,’ zei Kate op serieuze toon tegen Max. Daarna stapelde ze de borden op, Max’ vieze bord boven. ‘Ik kom zo terug voor de glazen,’ zei ze. ‘Ik ben het dienblad vergeten.’ Ze begon te lopen. Naast Kasper hield ze even in. Ze draaide haar hoofd opzij, Max zag een sardonisch gekrulde bovenlip. Ze klopte op de schouder van zijn vriend. Zo licht, zo zwaar.
‘Kuthoer,’ zei Kasper terwijl de twee vrienden het plein overstaken. Vanzelfsprekend liepen ze naar de lantaarnpaal waar Kaspers fiets tegenaan stond. Max zou straks in zijn eentje de oversteek maken naar zijn eigen fiets. ‘Kutwijf. Je zag het, hè, de hele tijd flirten met mij. Niks tegen jou gezegd. Niks.’ Hij trapte tegen een leeg waterflesje aan. ‘Ik zei het je, hè,’ zei Kasper druk gebarend. ‘Dit is zo’n chick van hard to get. Daarom geeft ze jou natuurlijk d’r adres. Ik ben gewoon te geil naar haar geweest, daar knappen ze op af. Ze willen geen prooi zijn. Jagen willen ze, jagen.’
Wanneer heeft ze me herkend, dacht Max. Op het laatst? Meteen al? Hij pakte het bonnetje uit zijn broekzak en begon ermee tussen zijn vingers te draaien. Zag weer de beelden voor zich van de tranen in haar ooghoeken en haar hand op de lege stoel, om zich overeind te houden. Ze heeft me keihard uitgelachen, dacht hij, in de wetenschap dat ik haar broertje was.
‘Zie je nou wel dat consent onzin is,’ tierde Kasper verder. ‘Ik heb om haar adres gevraagd! Hoe stom kun je zijn. Ik had haar geen kans moeten geven. Niks prooi of jager. Gewoon bezit. Ik had gewoon met vlakke hand tegen die dikke reet van d’r moeten slaan, in dezelfde beweging die pen uit haar broekzak moeten trekken, ermee op tafel moeten rammen en zeggen: “Adres noteren. Nu. Hoer.” Ze heeft gewoon fokking tien euro fooi aangenomen! Dan ben je officieel een fokking hoer.’
Ze stonden voor Kaspers fiets. Kasper trok zijn sleuteltje uit zijn broekzak, duwde het in het gat van zijn ringslot en draaide eraan. Hij wikkelde de insteekketting af, die hij daarna een paar keer strak om de zadelpen draaide. ‘Als dit haar nek was, hè,’ zei hij erbij.
Hij stapte op zijn fiets, raakte met zijn tenen de grond. Hij zette zijn zonnebril op.
‘Maar gefeliciteerd hoor, Maximeister, dit zal wel je eerste chick zijn.’ Hij boog zich voorover en gaf Max een schouderklopje. ‘En dan gelijk zo’n beest. Wees op alles voorbereid zou ik zeggen. Voor mij is het niet zo erg, ik heb vanavond zo een ander. Maar ik had dat smoeltje van d’r graag aan mijn spit geregen.’
Hij wees naar het bonnetje in Max’ handen. ‘Je gaat toch wel? Je staat erbij als een zoutzak. Je bent toch niet gay of zo? Niet dat ik dat erg vind hoor. Des te meer vrouwen er voor mij zijn.’ Hij bokste Max tegen zijn schouder. Die moest een stap naar achteren zetten: de agressie zat nog in de vuist. ‘Maar geef die chick dan aan mij. Delen is schelen, hè.’
Max keek naar het briefje in zijn handen.
Vanavond 20.00 uur.
Dreesstraat 18 <3.
Hij zuchtte.