Theaterstuk door een vallei
Personages (in volgorde van verschijning):
Verteller Vallei
BLUBBER
Icarusblauwtje
Bruinblauwtje
Watervallen:
Waaierwaterval
Punchbowl
Cascade
Baby Moss
Mug 1 & 2 & 3
Mug 4 & 5
Paddenstoelenensemble
ACT 2 – Scène 2
Vallei: For our English audience! Baby Moss is hanging in there, surviving the Water Droplets. She’s a star in this Valley-Galaxy, so don’t you worry about her one bit! Baby was born in a rush of chalk and water, a stream of droplets now streams down her green slime body as she withers in the warmed up wind. Baby’s favorite food is air and love. Now give a warm welcome applause to Baby Moss!
De stilzittende vissen in het transparant-turquoise water blijven onbeweeglijk zweven. Baby Moss maakt voorzichtig haar intrede, legt een lok mos achter de rots waaraan ze hangt.
Baby Moss: De stalactieten van mos die mijn ouders zijn geworden zijn zo puntig en ongewoon. Ik zit hier maar vastgeplakt aan de geërodeerde rots. In de verte zie ik een onderwatertak naar de oppervlakte groeien als een onthoofd slangenkopje. Ik schaar me bij de hangende groene schaduwen.
BLUBBER: HET WATER VOELT ZO DIK ALS PLASTIC!
Baby Moss: Je hoeft niet zo te schreeuwen.
BLUBBER: Ik raakte even in paniek, sorry. Heb je de park ranger al gezien die de koperen mensenmunten uit de vallei vist? Er zit er eentje in me vast.
Baby Moss: Oei, lastig parket. Die stok zal prikken. Doe voorzichtig, lief.
BLUBBER: Ik denk niet dat voorzichtigheid mij toebehoort. Zou jij je kunnen inbeelden in een riool te stromen? Het is een ondergrondse afvalemmer.
Baby Moss: Het riool is een grot zonder vlinders. Ik weet dat je bang bent voor de diepte en de nachtblik van vleermuizen. Zolang je stroomt, zou het eigenlijk niet uit moeten maken waarin je uitmondt.
BLUBBER: Ik blijf denk ik bang om mezelf in grote wateren te lozen. Ik weet niet hoe ik mijn slijmerigheid over moet houden. In een riool blijf ik tenminste aan de betonnen rondingen plakken.
ACT 2 – Scène 3
Muggengetril – 5 Muggen dansen op het water.
Vallei: Waterplanten strekken zich uit onder het genot van schuimbekkende waterwegen.
Mug 1 & 2 & 3: *door elkaar heen zoemend* Als het water in de winter nog hoger reikt zijn we straks onze zitplaatsen op deze waterplanten kwijt. Echt onhandig. Misschien kunnen we ergens anders verblijven? Zouden de huurprijzen in West-Europa ondertussen gedaald zijn? Het schijnt dat er in Frankrijk grote landhuizen staan die je voor een prikkie kan kopen en enkel hoeft op te knappen.
Mug 4 & 5: Dat is echt alleen mogelijk als je genoeg geld hebt, en ook privilege trouwens, om zo’n villa te verbouwen. Ik denk dat je ook mens moet zijn om een hypotheek af te sluiten, trouwens. Nee, het is beter om weer op een willekeurig Spaans eiland te vertoeven in de buurt van een ijskraam. Wat zeggen jullie?
Mug 1 & 2: Ja, mee eens. Hopelijk vinden we dit jaar weer net zoveel Bloedtype O om onze lichamen mee te vullen. Vragen jullie je wel eens af hoe bloed gemaakt wordt in een mensenlichaam?
Mug 4 & 5: Ik heb een keer een grijsharig mens cranberrysap zien drinken. Het is lichtrood en zonlicht kan zich er met gemak doorheen priemen. Mensen moeten dit goedje elke dag in bepaalde hoeveelheden drinken en dan zet het lichaam het om tot bloed. Dit vertelde mijn oom Mug 24 me.
Mug 1 & 2: Het verklaart waarom het zo zoet smaakt. Mug 24 zou zich echt voor de volgende muggenverkiezing moeten aanmelden.
*instemmend gezoem*
Mug 4 & 5: Deze waterplant wiebelt zo erg. Ik ben bang dat ik er vanaf tuimel en in het water beland.
Mug 1 & 2: Misschien weet BLUBBER hier iets op, laten we naar hem toegaan om het uit te vinden.
*instemmend gezoem gevolgd door het geluid van weggezoef*
ACT 2 – Scène 4
De watervallen ontmoeten elkaar in een kruising.
Vallei: Onder het lawaai van een vallende stroom kan je elkaar niet alleen moeilijk verstaan, maar vooral ook moeilijk begrijpen. Over elkaar bollende hellingen, trappen die nooit stoppen met bewegen naar de zon.
Waaierwaterval: De bever is allergisch voor zout water dus je mag hem geen brood voeren waar behoorlijk veel zout in zit, want dat doet hem te veel aan de zee denken.
Cascade: Ik denk dat bevers niet op een eiland horen te wonen. Bovendien zijn wij al natuurlijke dammen, dus hebben wij geen behoefte aan hun artificiële stamdammen! Toch Punch?
Punchbowl: Ik vind ze best aardig. Af en toe verliezen ze een stukje wilg en stroomt die door me heen. Dan kan ik me voorstellen dat ik een slokdarm heb.
Waaierwaterval haalt haar waterschouders op.
Waterwaaierval: Ik vraag me af wat de bevers vinden van de kalksteenpatronen. Ik vind ze eruit zien als achtergelaten, niet-schoongemaakte koffieprut.
Punchbowl: Koffieprut kan gebruikt worden als mest. Is kalksteen niet de verdorde mest van de Vallei?
Cascade: De Vallei wordt straks een wildwaterbaan met al die bevers.
Punchbowl: Je stroomt te hard naar waar je uitmondt. Neem eens een paar keer wat belletjes in je op, kijk eens naar de bevers die zo hard werken en knabbelend ronddobberen.
Waaierwaterval: Ze komen voort uit ons, we kunnen ze niet verstoten.
Cascade haalt hun mosschouders op.
Baby Moss trippelt haar druppels op het meer.
Baby Moss: Waarom wordt er in geesten geloofd als er paddenstoelen bestaan?
Punchbowl: Paddenstoelen bestaan niet meer, ze zijn geesten geworden die niet langer kunnen dwalen.
Cascade: De geesten van de paddenstoelen zijn stukje bij beetje aan het verpulveren door langdurige hittegolven.
Punchbowl: Als ze niet kunnen dwalen, dan zullen ze wel de droge grond in verdwijnen, toch?
Cascade: Ze zullen zich tijdelijk tot diep in de aarde nestelen, inderdaad.
Punchbowl: Gaan ze zo diep dat ze de aardkern voelen sissen?
Baby Moss: Ik heb zin in een reclame-fragment, dit stukje is zo langdradig.
BLUBBER komt voorbij gedreven, diens lichaam vormt de woorden: VINDT U HET OOK ZO VERVELEND ALS U POOTJES BLIJVEN VASTZITTEN IN HET BEVROREN WATER? DAN HEBBEN WIJ DE OPLOSSING! STOP UW POTEN IN BLUBBER! EN U ZULT DE HELE WINTER AMPUTATIE-VRIJ ZIJN! KOM LANGS DE DERDE STEENGROEVE OM UW EXEMPLAAR TE BEMACHTIGEN!
Baby Moss klapt in haar handen.
Baby Moss: Echt handig, producten. Soms vraag ik me af wat mijn functie zou zijn als ik een product was. Wat zou mijn verkooppunt zijn?
Punchbowl: Waarschijnlijk zou je gebruikt worden als infantiele pop om kleding of make-up aan jonge vrouwelijke kinderen te verkopen. Of je wordt in een koffie gestopt en dan gaan mensen je opdrinken.
Baby Moss: Zal ik dan door de rivier in mensenlichamen stromen? Wordt dat mijn nieuwe thuis?
Cascade: Jouw thuis en ons thuis is altijd deze rivier geweest. Of je nou van haverlatte naar slokdarmstelsel gaat, je zal altijd weer eindigen in of rondom de kleigrond.
Baby Moss: Als ik in koffie wordt gedaan, blijft mijn geest dan wel dwalen?
Stilte. Iedereen lijkt in gedachten verzonken.
Punchbowl: Ik denk dat zolang je stroomt, je zal blijven dwalen.
Cascade: Je blijft onze Baby, waar je ook zal rusten.
Paddenstoelenensemble komt op.
Paddenstoelenensemble: Wij zijn de huid van de bomen. En de bomen zijn al de huid van de vallei. Moet je nagaan. Heel meta, of niet?
Stilte. Zelfs de krekels kijken verward op.
Paddenstoelenensemble: Wij zijn geesten net zomin de zon een geest is. Net zomin de stilzittende vissen geesten zijn. Dat we ons vaak stilhouden en andere vormen aannemen betekent niet dat ons bestaan in dit rijk vervlogen is. Daarnaast bestaan er echte geesten. Er drentelt hier nog een stokoude monnik rond.
Baby Moss: Daar heb je een punt. Hij blijft ook maar met zijn voeten stampen.