Vuurland leest

wormmaan

Mariken Heitman
Mariken Heitman: Wormmaan

Uitgeverij: Atlas Contact

Dit boeken lazen we in februari 2022.

Bestel

Wormmaan (2021) is de tweede roman van Mariken Heitman, na De wateraap (2019) en gaat over Elke die na tegenslag op haar werk met een

Het debuut van Mariken Heitman, De wateraap, las ik kort na de verschijning in januari 2019. Drie jaar later staat me nog bij dat ik haar schrijven goed en erg eigen vond, maar waarom precies, dat kon ik niet meer benoemen.

Nu weet ik dat de kracht voor mij zit in de precisie van het taalgebruik. De hoofdpersoon uit Wormmaan voelt verwantschap met het dwerghert, een diersoort die waarschijnlijk (of misschien nog net niet) uitgestorven is op het Waddeneiland waar ze zich bevindt. Op zichzelf is dat een mooi gegeven, maar niet per se vernieuwend – tot Heitman schrijft: ‘Soms glijden onze verhalen als twee negatieven over elkaar en zie ik mijzelf, drie broden hoog, eindigen met een been in een strik, trillend over mijn hele vel, wachtend om gevonden te worden door iemand die in het verkeerde verhaal gelooft.’

Naast het dwerghert passeren superpompoenen, eeuwenoude erwtenrassen en nog meer biologische curiositeiten de revue – en dan is er nog de mythische verhaallijn over agrarische voorouders die het halve boek beslaat. Die veelheid maakt dit boek iets minder coherent dan haar debuut, waarin de obsessie met de wateraap het verhaal dicteert. Gelukkig zijn er nog steeds prikkelende observaties te over en kan ik naar Heitman blijven terugkeren voor de scherpte in haar taal.

(gastlezer)
Beginnen in Wormmaan voelde als thuiskomen. Ik leefde weer even mee met Elke, het personage dat ik al leerde kennen in De Wateraap. Net als in De Wateraap worstelt Elke met hokjes waar ze niet in past en zoekt ze naar antwoorden in de natuur, maar in deze roman vindt ze die antwoorden ook.

Door de blikken van anderen kan Elke niet met zichzelf samenvallen en dat doet pijn, het put uit. Haar worsteling is aangrijpend, maar toch vond ik Wormmaan bovenal een hoopvol boek. Elke ziet namelijk een uitweg, een manier om de klok terug te draaien. Ze redeneert: als maakbaarheid aan de basis van landbouw ligt, dan zal ik de laatste boer zijn. Ze ontfermt zich over een oeroud erwtenras en probeert het gewas te verwilderen.

Aan de andere kant van de wereldgeschiedenis proberen de eerste boeren Ra tevergeefs in een hokje te stoppen. Misgendering is van alle tijden. Het verhaal van Ra lees je door de ogen van ‘de voorouders’. Het is een briljant gekozen perspectief, omdat deze alwetende voorouders de denkfout van de mensen feilloos doorzien: ze delen elkaar in, maar de categorieën zijn slechts een benadering van de werkelijkheid. Eigenlijk hebben mensen vooral heel veel met elkaar gemeen.

Ja, alles is met elkaar verbonden, heden en verleden, de hemel en het onderaardse. Het is een hoofdthema in het boek dat misschien iets te vaak letterlijk uitgespeld wordt. Maar het zij Heitman vergeven, want sinds Wormmaan voel ik die verbondenheid overal: er zitten sporen van wildere tijden in de erwten in mijn diepvries, en onder mijn voeten lopen lijnen vanaf de grond naar de maan.

(gastlezer)
Als Elke zich terugtrekt op een winderig Waddeneiland om met gewassenveredeling de erwt – niet toevallig een tweeslachtig ras – terug te kweken naar zijn oervorm, rijst de vraag of zij ook zichzelf kan ontdoen van wat je de eeuwenlange veredeling van gendernormen zou kunnen noemen. Maar Elkes crisis werd niet de mijne.

Elkes queeste spiegelt die in De wateraap. Ook in Wormmaan maakt de lezer kennis met een oertijd waarin alles anders was behalve wat er echt toe doet: de grillen van de mens. Ik vind het mooi dat Heitman opnieuw een historisch perspectief biedt op gendervraagstukken, want ik geloof dat het essentieel is dat kunst weergeeft dat die geen moderne uitvinding zijn, maar juist even oud als de mensheid zelf. Bovendien stilt Heitmans ravissante stijl alleszins mijn literaire behoeftes in de verwoordingen van de mens die wenst gezien te worden voor wat en wie hij/zij/hen is.

Maar waar ik in Heitmans debuutroman door de open plekken met de tekst in dialoog ging, bekeek ik in Wormmaan Elke van een afstand. De conformeringsnorm wordt hier expliciet vertolkt door Elkes innerlijke stem, ‘de vrouw die ze nooit werd’ die Elke als een duiveltje op de schouder bij zich draagt. Het was deze nadrukkelijke stem die mij de ruimte voor – of misschien behoefte aan – introspectie ontnam. Dat is overigens het goed recht van de schrijver, want misschien hoeft niet in elk verhaal plaats te zijn voor elke lezer. Of speelt hier toch de vloek van het tweede boek?

(gastlezer)
De flaptekst van Wormmaan belooft ons ‘een surrealistische zoektocht naar oorsprong, identiteit en betekenis’. Dat laatste is zeker waar, maar waar dat surrealisme ineens vandaan komt, is mij onduidelijk. Oké, Heitmans stijl vonkt en knettert en lijkt soms alle kanten op te springen. Oké, niet elk verhaalelement wordt netjes uitgewerkt. In brokjes en beetjes krijgen we het verleden van hoofdpersonage Elke voorgeschoteld, maar knappe kop die daar een rond verhaal van weet te breien. Maar daar gaat het in deze roman dan nu ook net om: dat niet alles perfect in het plaatje van de normaliteit past. Om daar dan het label surrealisme op te gaan plakken, getuigt wel erg van Hollandse boeren kneuterigheid.

Dit terwijl het verhaal van Wormmaan in de basis doodsimpel is. In afwisselende hoofdstukken volgen we twee vrouwen die allebei klaar zijn met de normen die de maatschappij hen opdringt en beiden op zoek gaan naar hun eigen plek in de wereld. Groenteveredelaar Elke doet dat in het heden en de mysterieuze nomade Ra tussen de eerste boerengemeenschappen hier op aarde.
Wat dit simpele plot toch complex maakt, is dat het drama van deze roman zich vooral in de hoofden van de personages afspeelt. Ideeën, gedachten en metaforen buitelen over elkaar heen en je moet je als lezer zelf een weg door deze wildgroei zien te banen. Daarbij ligt het verteltempo laag, hier en daar zelfs een beetje stroperig, maar dat laat gelukkig ook veel ruimte open voor misschien wel het mooiste aan dit boek: de rijke filosofische bespiegelingen over identiteit en originaliteit.

Geen volmaakte roman, die bestaan namelijk ook niet, maar wel een uitdagende, vol durf en lef, die een actueel en persoonlijk thema op een eigenzinnige manier weet vorm te geven.