Zeven verhalen door zeven schrijvers over één festival

17

LizzyDizzy en de appels

Thom Wijenberg
© Ola Enzler

‘Holle rug, open de borst.’ 

Rami rolt over zijn tenen in de Opwaartse Hond. Hij kijkt door de Korf, een koepel van geel tentzeil op palen. Het overgrote deel van de PVC-matten die hij eerder die ochtend uitrolde is leeg. De festivalgangers die voor de morning detox hun tent zijn uitgekropen kijken slaperig om zich heen en volgen elkaars voorbeeld in plaats van het zijne. Hij telt: negen vrouwen en twee mannen. Ze dragen pyjama’s en sweatpants, een enkeling een modieuze sportlegging. Hij kan ze ruiken, de alcoholdamp die aan hun lichamen ontsnapt en in de nok van de tent blijft hangen. 

Hij sluit zijn geest voor de geur.

Normaal gesproken zet Rami dit soort ondankbare klussen door naar een collega, een vlottere yogi. Met deze had hij bijna hetzelfde gedaan, tot hij die naam op de bijgevoegde aankondigingsposter zag staan: LizzyDizzy. Ja natuurlijk, had hij de programmeur teruggemaild, hij zou met liefde een sessie verzorgen. En alsof dat niet genoeg was, had hij eraan toegevoegd dat hij dit toch zo had gemist tijdens al die lockdowns. Dit soort bijzondere ervaringen, al die nieuwe spirituele ontmoetingen.    

Vanuit de verte stormt een man in shorts op de tent af. Hij koprolt voor Rami langs en rent dan weer weg, schaterlachend, op naar een volgend avontuur.

Inademen.

Diep inademen. 

‘Focus op je ademhaling. En dan langzaam terug naar de Neerwaartse Hond.’

*

Een klein uur later loopt Rami het meer in. Hij sluit zijn ogen, probeert zijn essentie naar een ruimte te loodsen waar het kalmer is. Zijn lijf is onrustig. Alsof er een achtjarige met ADHD zit te schuiven in de zetel van zijn ziel. De oorzaak: een cocktail van schaamte en spanning, het gevoel dat hij op de verkeerde plek is en tegelijkertijd nergens anders kan zijn dan hier, op dit festival.

Verderop wassen twee vrouwen hun haar. 

‘Ik hoop dat ze een duet doet met Hele Kleine,’ zegt een van hen.

‘Ik betwijfel het. Volgens mij heeft Kleine haar nog niet geontcanceld.’

Rami verstijft. Het deel van hem dat de stille kamer heeft bereikt, schiet weer terug.  

Ze hebben het over LizzyDizzy. Krap negentien jaar en nu al een van grootste acts dit festivalseizoen. Een rijzende ster aan het Nederpop-firmament, tot een verdwaalde komeet uit het niets op haar inramde en haar uit haar baan trok. 

We schrijven een andere wereld, een ziljoen jaar geleden: de straten leeg, treinen en kantoren leeg. Een rij voor de Albert Heijn aan het Sierplein. Een student poetst de handvatten van de winkelwagentjes met keukenrol en een flacon smurfblauw sterillium. Binnen buigt hij, Rami van Kesteren, zich over de Junami’s. Voelt plots een hoestbui opkomen waar zijn mondkapje niet tegen opgewassen is. De binnenkant van zijn elleboog schiet te laat toe. Als hij even later terugkeert voor een bak druiven, ziet hij haar. LizzyDizzy in een joggingpak reikt naar de Junami’s, haar roze haar in een paardenstaart. 

Pas een paar dagen later beseft hij wat er gebeurd is: hij zit met lichte klachten op de bank en komt tijdens het scrollen haar post tegen. Ze is ook positief. De timing kan niet slechter. Ze zou voor de koning optreden op een of ander jubileumevenement, haar enige optreden in deze duistere, eenzame periode en wat voor één. Zo’n grote eer, zo’n tering zure timing, een godawful tragedy. En dat terwijl ze de afgelopen weken netjes binnen is gebleven, op een enkel bezoek aan de supermarkt voor een bejaarde buurvrouw na.  

Hij is de oorzaak. Hij heeft haar ziekgemaakt.

Dat staat er natuurlijk niet bij. Dat weet ze dan nog niet. Ze kent hem niet eens.

Hij liket het bericht en plaatst er een ‘💚’ onder, haar favoriete emoji. Het is de enige manier die hij kan bedenken om haar te troosten.

Maar het ergste moet nog komen. Een week later post Lizzy dat LizzoDizzo, haar bijna net zo bekende baardagaam is overleden. Covid heeft niet alleen de grootste kans van haar prille carrière afgepakt, maar ook haar grote liefde. Alle bekende virologen vallen over haar woorden: het is hoogst onwaarschijnlijk dat het virus van een mens kan overspringen naar een reptiel, laat staan dat het zo’n beest kan nekken. Toch houdt Lizzy voet bij stuk. Een dag later aan een talkshowtafel, tegenover expert Eric Distel, blijft ze stug volhouden dat haar huisdier aan corona is bezweken. Een autopsie is dan al niet meer mogelijk. Ze heeft LizzoDizzo tijdens een ceremoniële paddotrip begraven in het Amsterdamse Bos. De precieze locatie kan ze zich niet meer herinneren. 

Het fragment gaat viral, evenals Lizzy’s daaropvolgende woede-uitbarsting op Twitter, een vrachtwagenlading verwensingen en homofobe drek aan het adres van Distel. Radiostations halen haar muziek uit de roulatie. Haar management dreigt haar te laten vallen, waarna de zangeres een periode van bezinning aankondigt en van social media verdwijnt. Na een maand keert ze terug met een apology video, maar niet iedereen is bereid haar te vergeven. Het popsterretje heeft haar ware aard laten zien. En dat allemaal omdat Rami op die appels heeft gehoest. 

Het schuldgevoel vreet anderhalf jaar aan hem. Maar vanavond houdt het op. Vanavond zal hij in het reine komen, het laatste vuil van twee jaar lockdowns en eenzaamheid en vaccins en verdeeldheid naar de stort brengen en eindelijk weer in een schoon hoofd zitten.   

Rami duikt onder water, maakt zich helemaal nat en loopt dan het meer weer uit. De vrouwen zitten er nog en prikken samen in een boerenomelet op een kartonnen bordje. Of misschien zijn het weer andere. Hij weet het niet zeker.

*

De zon draait langzaam over het festivalterrein. In de backstage is het een komen en gaan van bekende en minder bekende artiesten. Om hen heen een zwerm van paarse T-shirts met vuurspuwende draken, de mascotte van het festival. Rami vult de middag met wandelingen, meditaties, bekers jasmijnthee en een salade met geroosterde meiraap. Tegen achten klinkt achter de hekken een luid gejoel: LizzyDizzy begint op de main stage

Rami spreidt een kleed uit aan de achterkant van het podium. Hij gaat erop liggen en probeert zichzelf te kalmeren door spreuken te fluisteren. Spreuken die normaal bedoeld zijn voor zijn leerlingen, psychologiestudenten, jonge moeders en Zuidassers met dichtgeknoopte schouders: ‘Je bent een zucht, je bent de wind en je blaast door de takken, over water en gras.’ 

Een uur later doven de laatste klanken, gevolgd door een enorm applaus. 

Rami veert op. In de verte komt een groep mensen van het podium, tussen hen in een gifgroen vlekje. Dat moet haar zijn. Onderaan de trap vouwt de groep zich samen, om na een paar seconden weer als een lotusbloem open te gaan en joelend achter de cateringtent te verdwijnen.

Hij volgt de groep zo nonchalant als hij kan naar hun tourbus. Bij de deur legt een brede man met een sik zijn hand op Rami’s borst.

‘Ik moet Lizzy iets vertellen,’ probeert hij.

De man schudt zijn hoofd. 

‘Het is belangrijk.’

Weer schudt de man zijn hoofd. 

Vanuit de tourbus roept iemand. Een tel later verschijnt LizzyDizzy op de trap. Ze draagt een bodysuit en lange handschoenen, allebei met dezelfde fluorescerende krokodillenprint, haar handelsmerk, een ode aan LizzoDizzo. Haar haar is korter dan toen, in de Albert Heijn, en het zuurstokroze heeft plaatsgemaakt voor peroxideblond met groengele plukken. 

‘Is er iets, Johan?’ vraagt ze.

Voor de man met de sik iets kan zeggen, neemt Rami het woord: ‘Ik moet je iets vertellen.’

Lizzy kijkt hem aan, of eigenlijk kijkt ze hem niet echt aan, staart ze maar een beetje gelukzalig door hem heen. Dan geeft ze de bodyguard een klein duwtje. De man schuift opzij, maar Lizzy blijft op het trapje staan. Ze torent twee koppen boven Rami uit. Achter haar verschijnen nog meer gezichten, Lizzy’s bandleden en achtergronddanseressen.

‘Yogaman,’ zingt ze. Nog steeds die afwezige blik. De rush van het optreden, vermoedt hij, vermengd met iets sterkers. ‘Ik zag je vanmiddag mediteren, zag je me niet?’

Hij schudt zijn hoofd.

‘Ook niet met je derde oog?’ Ze lacht. 

Dan steekt ze haar arm uit en legt haar hand op zijn hoofd. Zachtjes wrijft ze door zijn haar. Hij is te verrast om er iets van te zeggen. 

‘Wat kom je me vertellen?’

Rami kijkt naar beneden. Het gras is bruin, platgedrukt, vol lege plekken. Haar hand ligt nog op zijn hoofd en lijkt iedere tel zwaarder te worden. Hij voelt het vocht in zijn ogen verzamelen.

Zonder haar aan te kijken vertelt hij alles. Het hele verhaal. Dat hij het was en dat het hem zo spijt. Of ze hem vanuit de goedheid van haar hart kan vergeven?

Als hij zwijgt volgt een stilte waar zelfs de muziek, het festivalpubliek, de bomen, de vogels en insecten aan meedoen. Rami kijkt voorzichtig omhoog, naar de hand, en zijn ogen volgen die hand, via de uitgestoken arm naar het gezicht van Lizzy. Ze kijkt hem aan, nu echt. Ze ziet hem. Ze ziet hem helemaal. En de mensen achter haar ook, al die ronde gezichten rood, rozerood en oranjerood van de zomerwarmte, geel en groen en geelgroen van de uitgesmeerde make-up. Ze glanzen van het zweet. Rami kijkt naar alle gezichten en denkt aan de appels op het Sierplein.