52°20’15.1″N 4°52’24.4″E

Lena Claessen

voor de Klimaatmars op de Zuidas (31 mei 2024)

vandaag ben ik het beton in een zachte massa
vandaag ben ik een bedrijfspand op de zuidas
om mijn nek hangt een donkerblauwe stropdas
in mijn lift speelt een afspeellijst met drie dezelfde jazznummers
doorgaans begint er tussen de zeventiende en achttiende verdieping
een lakleren schoen net niet met het ritme mee te tikken
als bedrijfspand is mijn takenpakket uitgebreid en veelzijdig
mijn draaideuren zet ik stil als er haastige handen tegen het glas duwen
mijn koffieautomaat werkt tijdens kantooruren
(negen tot vijf) meestal naar behoren
in mijn toiletten verspreid ik een lichte walm van chloor en onschuld
mijn kraanwater precies koud genoeg om polsen onder te houden
om wangen nat te maken potentiële schaamte af te koelen
loze momenten tijdens vergaderingen vul ik op met stilte
waarop het zwijgen volgt
waarop het knikken volgt
waarop ik de gang der zaken afwimpel als de gang der zaken
ik strik beleidsverslagen en subsidieaanvragen aan elkaar
met een driedubbele knoop anders struikelen mijn medewerkers nog
over het onrecht dat steeds regelmatiger door mijn dak omlaag
verdiepingen omlaag plotsklaps op de grond valt
tussen het papierwerk vriendelijke groeten niet afgeluisterde voicemails
inspecteer ik mezelf op lekkages op gebreken in mijn isolatielaag
vraag ik me steeds vaker af of de storm binnen of buiten mij woedt
windvlagen vliegen de kantoren binnen rook waait op ik hoest
(het zal de droge lucht wel zijn) harder en harder
tol ik om mijn eigen as mijn zicht vervaagt
alsof het met een kartelschaar is uitgeknipt
alsof alles hier van rafelranden is voorzien
ik ben een bedrijfspand op de zuidas ik ben geld waard
ik herhaal ik ben geld waard ik herhaal
ik ben een draaikolk
waarin alles naar de bodem wordt getrokken
wordt samengeperst door eeuwenoude lagen
plankton op investeringen op grind op wisselkoersen
op afwegen op bespreken
op afwegen op bespreken
op afwegen op wegblazen
steeds harder wordt alles weggeblazen
het stof hangt vermoeid op mijn plinten verf bladdert van mijn hout
maar ik blijf staan ik trek mijn stropdas recht
ik ben immers een bedrijfspand op de zuidas
ik kan mijn fundament niet afbreken zonder ook zelf in te storten
buiten mijn muren hoor ik zacht hoe het water zich boven de zeespiegel hijst hoor ik de overstromingen die de straten vol doen lopen buiten mijn muren hoor ik zacht het asfalt dat zichzelf uit elkaar trekt hoor ik klokken van de wanden vallen buiten mijn muren hoe ik zacht de droogte van het land hoor ik de regen die zichzelf naar de aarde stort buiten mijn muren hoor ik zacht de ouders geen antwoord weten op vragen hoor ik de kinderen die de kreukels uit hun toekomst strijken buiten mijn muren hoor ik zacht een stoet dichterbij komen voetstappen in een regelmatige tred dichterbij komen gezongen leuzen dichterbij komen buiten mijn muren voel ik zacht een hand op mijn deurklink hoor ik iemand mijn naam fluisteren en voorstellen
dat we dit verhaal kunnen herschrijven
dat de punt kunnen verleggen
dat we dit einde van een ander einde kunnen voorzien